Ons bedrijf hier is machtig groot en teit vele afdelingen: daarbij zijn er waar we trots op kunnen zijn, omdat het er
netjes en ordelijk uitziet. Maar we hebben ook nog van die buitenbezittingen, waarbij we van de week eens aan een
afdeling willen denken, die naar de landelijke naam „„Boerenbond”’ luistert.

Ha, zullen de buitenstaanders denken, dat zal wel iets agrarisch zijn.  En het wekt visioenen op van knusse boerderijen,
grazige weiden met dromende koeien, hooibergen en knorrende varkens.

De niets vermoedende bezoeker, die we ònze boerenbond zouden laten zien, zou een hevige ontgoocheling te beurt vallen.
(We zijn echter teerhartig en besparen onze medemensen gaarne een desillusie, zodat we die hoek maar mijden).

Maar in ‚de Spindop” zijn we min of meer onder ons en willen we u toch even met uw geestesoog een kijkje in onze
landelijkheid gunnen.

Onze „Boerenbond” dan is een gebouw in een uithoek van het terrein, waar we onze gebruikte materialen opbergen. Dit
klinkt erg gewoon, in elk huis hebben we immers wel zo'n plekje zolder waar we alle mogelijke dingen bewaren totdat we
gaan verhuizen, en dan toch maar besluiten om die oude rommel met de vuilnisman mee te geven.

Behalve dat het gebouw vroeger aan een echte Boerenbond behoorde, "Landbouwbelang" uit Bennekom, heeft deze afdelingnog met de boer de honger naar land gemeen, want onze Boerenbond heeft een "erf" gekregen of ingepikt. En daar kunt u alles wat gecorrodeerd en
verroest is aantreffen tussen de bloeiende brem.

We vinden dat niet mooi lezer en al sinds enige tijd is men bezig hier orde te scheppen. In ons hart zouden we wel eens
verlangen naar een onverstandige geest, die de hele inventaris maar zou verkopen.

Echter trachten we verstandig te zijn, en het bruikbare wordt gedemonteerd en netjes opgeborgen. Dat is een heel werk
en vraagt vakkundigheid bij het beoordelen wat bewaard moet worden.

We hopen dat over enige maanden die hoek van ons terrein er zo uit zal zien dat we ook hier de bezoeker kunnen rondleiden.

Spindop 1948 nr 22